× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
'Geef alles weg en volg Mij' (1990)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

li_1re_3 

li_2re_4 

U kijkt naar vier plaatjes van Pater Damiaan. Vandaag 11 oktober 2009 wordt hij heilig verklaard. De afbeeldingen vormen een prachtige illustratie bij het evangelie van deze dag. Daar horen we de jongeman aan Jezus vragen: ‘Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ Het eeuwig leven: wat moeten we ons daarbij voorstellen? Jezus heeft er een duidelijk beeld van. Aan het Laatste Avondmaal bidt Hij tot zijn Vader: "Dit is het eeuwig leven, dat zij U kennen, de enige, ware God en Hem die Gij hebt gezonden, Jezus Christus", zo lezen we bij Johannes (17,03). Eeuwig leven is God kennen. Dat bereik je blijkbaar niet door de geboden te onderhouden, al doe je dat nog zo goed. De man uit ons verhaal zegt dat hij dat allemaal van jongs af aan gedaan heeft, en toch vraagt hij wat hij nou moet doen om het eeuwig leven te verwerven, om God te kennen. Daarbij is het goed te beseffen dat in de bijbel het woord ‘kennen’ een heel intieme betekenis heeft. Datzelfde woord ‘kennen’ wordt ook gebruikt voor seksuele gemeenschap. Zo staat er aan het begin van de bijbel: ‘Adam kénde zijn vrouw Eva: zij werd zwanger en baarde een zoon.’ Kunt u nagaan wat Jezus ons toewenst als Hij bidt dat wij God en Hem zouden mogen kennen… En dat is blijkbaar ook waar die man uit het verhaal naar verlangt, wellicht zelfs zonder het precies te beseffen. Een intieme omgang met God.

Hoe laat God zich kennen? Door Jezus. Als dat waar is, dan willen we nog eens met extra aandacht luisteren naar het antwoord dat Jezus vandaag geeft. Hij zegt: “Ga verkopen wat je bezit. Geef het weg aan de armen, en dan kom je terug om mij te volgen.” Is dat niet een prachtig portretje van God zelf? Hij geeft alles wat hij heeft weg: liefde, genade, barmhartigheid. Hij geeft het weg aan de armen. Dat is wat Jezus zelf gedaan heeft. Hij had toch immers gewoon bij zijn vader in de timmerwinkel van Nazareth kunnen blijven? Vakkundig werk afleveren, een eerlijke prijs bedingen en vriendelijk zijn klanten te woord staan? Dat was toch goed geweest? Wat heeft hem dan bezield dat alles op te geven en de zijde te kiezen van tollenaars en zondaars, van zieken en gekwetsten, kortom van mensen die volgens de heersende opvatting onrein waren en buitengesloten moesten worden? Dan wist hij toch dat hij op tegenstand en verzet zou stuiten? Wat heeft hem bezield?

Paulus gaat nog veel verder. Hij gaat ervan uit dat Jezus eigenlijk thuishoort bij God in de hemel, aan de rechterhand van de Vader. Welnu, zelfs dat heeft Jezus allemaal opgegeven. ‘Hij die bestond in goddelijke majesteit, heeft zich niet willen vastklampen aan de gelijkheid met God. Hij heeft zichzelf ontledigd. Hij is aan de mensen gelijk geworden. Hij heeft zich vernederd tot de dood…’ (Filippenzen 02,06-08). Waarom? Om ons terzijde te staan. Ons leven te leven en zelfs onze dood te ondergaan. En wát voor een dood. Wat een solidariteit! Wat een onvoorstelbare liefde. Je verstand staat er bij stil. De jongeman met zijn vraag naar het eeuwig leven is ontsteld. Geen wonder. En toch is dat wat in de eerste lezing ‘wijsheid’ wordt genoemd. De wijsheid van God. Als je die eenmaal hebt geproefd, gaat er niets boven.

Het leven van Pater Damiaan laat zich perfect samenvatten in dit verhaal. Toen er een missionaris werd gezocht voor Molokai, het melaatseneiland, bood hij zich met graagte aan. Vanaf 10 mei 1873 deelde hij het leven van de melaatsen. Onder uiterst moeilijke omstandigheden probeerde hij aan deze vergeten groep mensen de troost en hoop van het evangelie te brengen. Na enige tijd liet hij de bisschop weten dat hij wilde blijven: zijn plaats was onder de melaatsen. Daar wilde God hem hebben. Met zijn mensen, die door de buitenwereld waren afgeschreven, probeerde hij een menswaardig bestaan op te bouwen. Naast het geestelijk dienstwerk van het toedienen van de sacramenten, godsdienstles geven, zieken bezoeken enzovoort, zorgde hij – met behulp van het thuisfront- ook voor de organisatie van materiële en maatschappelijke voorzieningen. Zo bouwde hij met eigen handen een kerkje, legde hij een eerbiedig kerkhof aan, richtte een schamel ziekenhuisje in, droeg zorg voor scholing en onderwijs, en stelde zelfs een heuse fanfare samen. Drie jaar voor zijn dood gaf hij aan waar hij zijn kracht vandaan haalde. Hij schreef: "Zonder de aanwezigheid van onze goddelijke Meester in mijn kleine kapel zou ik nooit mijn lot aan dat van de melaatsen van Molokaď voor altijd kunnen verbinden."

Heiligen zijn mensen die het evangelie actueel maken. We hebben geen enkele moeite dat in Pater Damiaan terug te vinden. Wat heeft hem bezield? Waarom moest hij zo nodig naar die verdoemde lepralijders op dat onzalige eiland. Hij had toch gewoon op de boerderij van zijn vader kunnen blijven en goed werk afleveren? Of – net als zijn broer – plattelandspastoor worden ergens in een Vlaams dorp? Dat was toch ook goed geweest? Waarom zoiets afschuwelijks als lepralijders? Als je het hem zelf gevraagd zou hebben, zou hij geantwoord hebben: “Ik heb alleen maar gedaan wat Jezus ons aanraadt: Geef alles weg wat je bezit. En volg mij!” En net als Jezus is hij daarin heel ver gegaan. Tot het uiterste. Willens en wetens heeft hij zich niet verzet tegen het besmettingsgevaar. Uiteindelijk is hijzelf lepralijder geworden. Afzichtelijk om te zien. Als je zijn foto’s vergelijkt van toen hij nog gezond was en toen hij later ziek was geworden: dan is hij onherkenbaar. Wat een solidariteit. Wat een liefde. Je verstand staat er bij stil.

Soms vragen kinderen (en niet alleen zij!): ‘Waarom kun je God niet zien?’ Het antwoord zou kunnen luiden: “Wij kunnen God niet zien, want Hij heeft zichzelf wég-gegeven. Letterlijk en figuurlijk” Er is een verhaal dat Pater Damiaan tegen het eind van zijn leven op het melaatseneiland werd opgezocht door een oude vriend van vroeger; laten we hem Lieven noemen. Die ziet wel overal melaatsen, maar zijn oude vriend Damiaan ziet hij nergens. Een van de melaatsen zegt hem: “Hij is vast in de kerk bezig. Als u hem roept, komt hij wel tevoorschijn.” Maar in de kerk ziet hij Damiaan niet. Dan roept hij: “Weet iemand waar Pater Damiaan ergens is?” Een van de melaatsen staat op, en herkent zijn vriend: “Lieven! Wat doe jij hier!?” Dan pas herkent Lieven zijn vriend van vroeger…

Waarom kon Lieven zijn oude vriend Damiaan niet zien? Die had zichzelf weg-gegeven, en nu zag hij er heel anders uit dan zijn oude vriend dacht. Waarom kunnen wij God niet zien? Die heeft zichzelf weg-gegeven, en nu ziet Hij er heel anders uit dan wij denken…

De kunstenaar Laforęt-Chaudoir maakte een wandtapijt waarop een aantal scčnes uit het leven van pater Damiaan te zien zijn. Eerst zien we hem als jonge priester op het melaatseneiland aankomen. Vervolgens zien we hoe hij door de lepra is aangetast. Maar met enige goede wil zijn de trekken van de jonge priester nog wel te herkennen.

Hoe anders is dat bij de echte foto’s. Enerzijds de jonge priester, anderzijds de oude geestelijke van nog geen vijftig jaar, aangevreten door de lepra. Onherkenbaar. Geen wonder dat zijn oude vriend hem niet kon herkennen. Hij had zichzelf weggegeven. In solidariteit met zijn mensen. Net als Jezus. Net als God zelf.

[± 1990, Laforęt-Chaudoir, wandtapijt; België, Tremolo, Pater Damiaanmuseum.
De foto’s ervan zijn ontleend aan de reproducties in de Antoniuskapel te Leuven. Dries van den Akker s.j./2009.10.11]

Verwijzingen
Matteus 19,21: -
Markus 10,21: Jaar B door het jaar 28e zo
Lukas 18,22: -
Door het jaar 08e week ma
Door het jaar 20e week ma
Feest 10 mei 1889 Damiaan-Melaatse

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties