× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Vraag van Johannes en Jacobus (990)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

 

Vandaag horen we in het evangelie hoe twee van Jezus’ leerlingen, Johannes en Jacobus, komen vragen of zij straks de belangrijkste plaatsen mogen innemen naast Jezus in zijn heerlijkheid. Matteus (20,20-28) weet nog te vermelden dat niet zijzelf, maar hun moeder het voor hen kwam vragen. Dat zien we terug op onze afbeelding.

De kunstenaar maakt er een zorgvuldige compositie van. In het midden, staande op de hoogste steen, rijst Jezus boven de anderen uit. Hij wendt zich naar rechts (voor ons links) naar de twee leerlingen met hun moeder. Ze zien op naar Jezus. Rechts, aan Jezus’ linkerhand, de overige leerlingen, dicht opeen. Met grote ogen kijken zij toe naar wat zich afspeelt. Tot onze verbazing zijn het er niet tien, maar elf. Zou de kunstenaar dit gedaan hebben vanuit een retrospectief? Later, als na Jezus’ heengaan Judas is vervangen door Matthias, zal Paulus er nog bij komen. Hij wordt de dertiende apostel genoemd. Ja, door zijn ijver voor het evangelie is hij de geschiedenis ingegaan als De Apostel. Heeft de kunstenaar, vooruitlopend op die gebeurtenissen, hem er al stiekem tussen gezet? Kwam hij dus zo op het getal van elf? Vooraan menen we Petrus te herkennen aan zijn grijze haren en baard. We mogen veronderstellen dat vlak achter hem zijn broer Andreas staat, maar dat is gissen. Ook de anderen zijn niet nader te identificeren.

Jezus wendt zich tot de moeder en de beide zonen aan zijn rechter zijde. In het evangelie van Matteus staat dat ze zich voor Hem op de grond neerwierpen. Dat heeft de kunstenaar niet afgebeeld. Toch doet hij recht aan de tekst. Want wie zich neerwerpt, maakt zich klein. En dat heeft de kunstenaar wel weergegeven, in ieder geval wat betreft de twee leerlingen. Want waar moeder ongeveer even groot is als de apostelen aan de andere kant, steken haar twee zonen daar schriel en veel kleiner bij af. Moederskindjes zijn het. Nog niet uitgegroeid tot het volwassen formaat van de anderen. De handen van moeder geven de gebedshouding weer. Maar ze zijn zo geplaatst dat moeders linkerhand met zachte drang het groene jongetje naar voren lijkt te duwen. Terwijl haar rechterhand zich precies boven het hoofd van het andere jongetje bevindt: ze houdt hem letterlijk de hand boven het hoofd.

Nog een veelzeggend detail valt ons op. Het voorste jongetje, in het rood (is dat Johannes? Hij wordt immers op apostelafbeeldingen vaak in het rood afgebeeld) staat niet op de grond, hij zweeft. Datzelfde lijkt te gelden voor de andere jongen en wellicht ook de moeder. Immers waar de voeten van Jezus en de groep leerlingen steeds zorgvuldig de gebogen lijnen volgen van de rotsgrond waarop ze staan, doen de voeten van het groepje links dat juist niet. Ze staan niet met beide benen op de grond! Zo heeft de kunstenaar dus twee manieren gevonden om Jezus’ oordeel over hun vraag vorm te geven. Ze staan niet met beide benen op de grond, en ze zijn kleiner dan alle anderen. Grappig is dat Jezus hun zegt dat ze moeten leren de kleinste te willen zijn. Ongewild zijn ze dus al weergegeven, zoals Jezus ze het liefste ziet.

Jezus is de centrale figuur. Hij is groter dan alle andere personen. Bovendien torent Hij er boven uit. Hij is de enige met een heiligenkransje rond zijn hoofd. Het vertoont al een kruis. En dat is waarover Hij spreekt: dat Hij zijn leven zal geven, straks in Jeruzalem. Zouden daar die stadjes naar verwijzen die zowel boven de leerlingen rechts als boven de leerlingen met hun moeder links getekend zijn? Het zijn nagenoeg identieke burchten, min of meer in spiegelbeeld weergegeven. Is dat al een aanduiding van de plek waar Jezus straks zijn leven zal geven? Wil de kunstenaar ons zeggen dat zowel de houding van die twee met hun moeder, waar egocentrische eerzucht uitspreekt, als de houding van de jaloezie bij de anderen tot hetzelfde eindresultaat zal leiden in Jeruzalem? Of zijn die twee stadjes symbolische aanduidingen voor hun innerlijke houding: dat zij zich verschansen achter dikke muren van eerzucht en jaloezie? En is het om die reden dat de kunstenaar juist boven Jezus niets anders heeft aangegeven dan het goud van de hemel? Alsof hij daarmee suggereert dat Jezus’ weg precies loopt tussen die twee burchten door naar omhoog.

En ik? Waar sta ik in dit verhaal?

[Begin 11e eeuw, Evangeliarium Otto III; Duitsland, München, Bayerische Staatsbibliothek]

Verwijzingen
Matteus 20,20-28: -
Markus 10,35-45: Jaar B door het jaar 29e zo
Veertigdagentijd 02e week wo
Door het jaar 08e week wo
Feest 25 jul 0044 Jacobus Apostel Sr
Feest 27 dec 0104 Johannes Apostel & Evangelist

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 19 jun 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties