× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Jezus' gearresteerd (1516)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

li_1re_2 

De kunstenaar heeft het moment van Judas’ verraad en Jezus’ gevangenneming zorgvuldig opgebouwd. Weer plaatst hij Jezus in het centrum van het tafereel. Judas staat naast hem in een ietwat kruiperige houding, waardoor zijn hoofd zich iets lager bevindt dan dat van Jezus. De twee worden omringd door een dicht opeen gedrongen troep van negen soldaten, allen met helm of hoed op en in een blinkende wapenrusting. Uiterst links zien we Petrus staan, ook nog gewapend met het zwaard waarmee hij zojuist de knecht van de hogepriester, Malchus, het oor heeft afgeslagen. Deze Malchus zit vlak vóór Petrus half gehurkt op de grond, terwijl Jezus zijn oor aanraakt en geneest. Zo begint en eindigt een rondgang langs de afgebeelde mensen bij Jezus.

Er loopt trouwens een prachtig lijnenspel door deze compositie. De ene (denbeeldige) lijn begint linksonder bij de rechterarm van Malchus en loopt via Jezus’ rechterarm naar… zijn hart? Of zijn hoofd? De andere lijn begint in de rechter benedenhoek en loopt langs het zwaard (of de dolk) van de soldaat via Judas’ rug eveneens naar Jezus toe. Zo gezien vormt Jezus als het ware de top van een piramide. Hij neemt eens te meer de centrale plaats in.

Een ander bijzonder element in deze compositie is het feit dat het tafereel wordt omlijst door twee mannen met een zwaard, respectievelijk dolk. Links Petrus, rechts de soldaat. Deze laatste staat kennelijk op het punt om het wapen uit de schede te trekken, terwijl Petrus het na zijn aanslag op Malchus naar beneden houdt. Jezus heeft hem zojuist toegevoegd: “Laat dat!” Daarop heeft Petrus zich enigszins afgewend, de blik gericht in de verte. Er spreekt zoiets als onbegrip uit zijn houding. Ook spijt wellicht? Wat er gebeurt doet hem in zichzelf keren, en stemt hem tot nadenken.

Wát er gebeurt is dat Jezus de geweldpleger, Malchus, aanraakt en geneest. Malchus zet zijn tanden op elkaar, en verbijt nog de pijn. Ook uit zijn verstarde houding spreekt onbegrip. Alsof hij zich afvraagt wat hem overkomt. Alsof hij luistert naar wat er met zijn oor gebeurt.

Jezus raakt hem aan; geneest hem. Hém!!?? Een kwaadwillige agressor. De kunstenaar heeft het contrast nog extra reliëf gegeven door Jezus’ genezende handeling te laten samenvallen met het moment waarop Hij door zijn vriend Judas met een begroetingskus wordt verraden. Hij, Jezus, is de verbinding tussen die twee uitersten. Verraad beantwoordt Hij met verzachting van pijn, troost en genezing.

Zo staat Jezus in dit tafereel tussen twee van zijn leerlingen. Aan zijn rechterhand Petrus met het zwaard, tot de orde geroepen, gecorrigeerd, tot inkeer komend. Hij had voor zijn veelgeliefde meester op willen komen. Met geweld. Dat was niet goed. Straks zal diezelfde Petrus het nog erger maken door tot drie keer toe te zeggen dat hij Jezus niet kent; er niet bij hoort. In zekere zin is dat ook zo. Dat blijkt al uit diens optreden hier.

Tegenover het geweld van Petrus staat het verraad van Judas, om geld. Wat moet er op dit moment door Jezus zijn heengegaan? Van een afstand lijkt het alsof Jezus Judas aankijkt. Bij nader toezien echter constateren we dat Jezus langs Judas heenkijkt, met peilloos verdriet.

In tegenstelling tot de andere leerlingen is Judas niet gekleed in Jezus’ kleur, het goud. Maar tot onze verbazing loopt hij wel – als een echte Jezusvolgeling!? – op blote voeten. Onnadenkendheid van de kunstenaar? Had hij Judas geen geschoeide voeten moeten geven? Of hechten we teveel waarde aan die symboliek? Was het nu eenmaal gewoonte om Jezus’ leerlingen zo af te beelden? Maar die veronderstelling klopt niet met de drie slapende leerlingen in de Hof van Olijven. Of wil de kunstenaar zeggen dat die symboliek op zich niets zegt over de kwaliteit van mijn navolging van Jezus? Juist zoals Johannes de Doper opmerkt: dat je je naar de normen van de zichtbare wereld kind van Abraham mag noemen betekent nog niet dat je het ook werkelijk – van God uit gezien – bent. Of zoals Jezus zelf zegt: ‘Niet ieder die roept ‘Heer, Heer!’ is daarmee meteen mijn volgeling.’ Niet iedere leerling die naar de buitenkant gezien op blote voeten loopt, is dat ook van God uit gezien. Zowel Judas als de andere leerlingen staan – letterlijk – in de traditie, de apostolische overlevering van Jezus. Het gaat erom op welke manier je Hem overlevert.

Uit het vervolg van het verhaal weten we dat Petrus die we hier zien aan Jezus’ rechterhand, zich uiteindelijk zal bekeren. Terwijl de ander, Judas, aan Jezus linkerhand zich in het verderf stort. Is het te ver gezocht hierin een soort van ‘rijmbeeld’ te zien met straks aan het kruis de goede en de slechte moordenaar, respectievelijk aan Jezus’ rechter- en linkerhand, van wie de rechter zich naar Jezus toe en de linker zich van Hem afkeert?

Dit zijn Jezus’ mensen. Zo zijn ze dus. Te oordelen naar zijn gezichtsuitdrukking krijg je bijna de indruk dat Hij dat eigenlijk wel wist, maar er pijn aan heeft nu het eens te meer gebeurt. Zo zijn ‘de’ mensen. Maar was dat ook eigenlijk niet de reden van zijn komst in deze wereld? Om precies dát met liefde tegemoet te treden? Om er juist in deze barre omstandigheden van te getuigen dat niet geweld, verraad of bedrog het laatste woord hebben, maar genezing, vergeving, troost, liefde? Had Hij zojuist in deze zelfde Hof van Olijven niet dáárom gebeden: ‘Vader, uw wil moet geschieden.’ Welnu, de wil van de Vader bestaat in onverwoestbare liefde en barmhartigheid. Vader wil eenvoudig niet dat er iemand verloren gaat. Ook zondaars niet. Juíst zondaars niet.

Wat een vondst van de kunstenaar om Jezus dan in deze scène te omringen met uitgerekend twaalf mannen. Twaalf! Geharnaste mannen. Welke twaalf zich ook in zijn nabijheid bevinden, ze zijn allemaal op de een of andere manier geharnast en vormen een bedreiging voor wat God wil. Elk van hen, van ons, heeft wel iets waar Jezus’ komst in onze wereld voor nodig is. Hoeveel pijn het Hem ook kost.

[1516, Picardische steensculptuur altaarretabel; Frankrijk, Bretagne, Pontivy, Chapelle Notre Dame de la Houssaye.
Dries van den Akker s.j. / 2007.08.18]

Verwijzingen
Matteus 26,47-56 : Jaar A Palmzondag
Markus 14,43-52: Jaar B Palmzondag
Lukas 22,47-53: Jaar C Palmzondag
Johannes 18,01-11: Goede Vrijdag

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties