× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Jezus en de Samaritaanse (1960)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

 

In het Duitse plaatsje Schöppingen bevindt zich de dorpspomp vlak bij de kerk. Bij die pomp heeft de geloofsgemeenschap een beeld laten aanbrengen van Jezus in gesprek met de Samaritaanse vrouw.

Overeenkomstig het verhaal zit Jezus al bij de put, als de vrouw er aan komt. Verlangend kijkt Hij naar haar op. Zijn geopende rechterhand in haar richting illustreert zijn woorden: “Geef Mij te drinken.” De vrouw kijkt enigszins van boven op Hem neer, de lege kruik in de rechterhand. Haar linkerhand zegt: “Hoe kunt U als jood nou te drinken vragen aan mij, een Samaritaanse vrouw?”

Dat was inderdaad een opvallende daad van Jezus. Niet alleen was het volgens de Wet verboden dat een man alleen een vrouw alleen aansprak. In dit geval was het nog vreemder. Immers Samaritanen werden door rechtgeaarde joden beschouwd als onrein. Honderden jaren geleden hadden zij zich immers met de bezetters van het land geëncanailleerd. Ze hadden hun dochters aan de vijand gegeven, en hun tempel afgestaan aan de vijandige goden. In ruil daarvoor waren zij niet gedeporteerd en hadden zij in het land mogen blijven wonen. Toen de gedeporteerde joden na zo’n veertig jaar naar hun land konden terugkeren, hadden zij daar de Samaritanen aangetroffen, levend in zekere welstand. De teruggekeerde ballingen beschouwden de Samaritanen sindsdien als onrein. Dat was nu al zo’n vijfhonderd jaar geleden.

“Hoe kunt u als jood nu water vragen aan mij, een vrouw uit Samaria; wij zijn toch onrein in jullie ogen?“ Het is alsof ze zegt: ‘Maar nu je versmacht van de dorst zijn wij weer goed genoeg…?‘ Jezus hoort wat zij denkt: “Als u wist wie u om water vroeg, dan zou u de rollen omdraaien, en u zou Hem om levend water vragen, en u zou nooit meer dorst hoeven te lijden.” “U hebt niet eens een kruik, en moet je zien hoe diep die put is…” De vrouw heeft het nog niet in de gaten, maar Jezus spreekt intussen niet meer over gewoon water, maar over symbolisch water. Hij spreekt over de liefde die Hem bezielt, en die Hij die vrouw graag zou willen geven; sterker, Hij geeft ze al op dit moment. Door met die vrouw te spreken. Immers, als we Johannes mogen geloven weet Hij af van de omstandigheden waarin deze vrouw verkeert. Hij zegt: “Ga uw man roepen.” Zij antwoordt: “Ik heb geen man.” Hij reageert: “Daar heb je gelijk in, want je bent al aan je zesde man toe.” Dat wéét Hij blijkbaar. Hoe? Dat wordt niet verteld. Johannes wil alleen dat wij, hoorders van het verhaal, beseffen dat Jezus van het begin af aan geweten heeft met wat voor iemand Hij sprak. Dat begint nu ook tot de vrouw door te dringen. Ze gaat naar haar dorp en roept naar ieder die het horen wil dat ze de Messias gevonden heeft.

Waar heeft ze dat aan gemerkt? Aan het feit dat Jezus haar niet veroordeelde; haar niet als onrein beschouwde, maar haar aansprak op haar verlangen naar echte liefde. En precies dóór dat te doen, gaf Hij haar waar ze zo naar verlangde.

Met dit alles in het achterhoofd kijk ik terug naar de afbeelding. Nu merk ik de eerbiedige afstand op tussen Jezus en de vrouw. Het respect waarmee Jezus haar bejegent. Het ongeloof van haar houding. En tegelijk het ontvangende gebaar. Als het waar is wat Jezus zegt, dan is die kruik in haar rechterhand nergens meer voor nodig.

Fijnzinnig om dit verhaal uit te beelden vlak bij de dorpspomp. Telkens als de bewoners water komen putten, worden zij eraan herinnerd dat het water verwijst naar naastenliefde en eerbiedige omgang met elkaar. Niet veroordelen, maar elkaar de hand reiken.

Intussen mogen we aannemen dat de dorpelingen allemaal zijn aangesloten op de centrale waterleiding. Jammer eigenlijk. Want nu gaat de zeggingskracht van het beeld enigszins verloren. Of…? Waarschijnlijk was die pomp al buiten werking, toen deze beeldengroep werd geplaatst? De kunstenaar heeft de in onbruik geraakte pomp opgenomen in de compositie van het geheel; de pomp veranderd van een gebruiksvoorwerp in een kunstwerk. Zo gezien zijn ook de dorpsbewoners als het ware zelf onderdeel geworden van het kunstwerk. Zijn zij de bewoners aan wie verteld wordt dat deze vrouw de Messias heeft ontmoet? Of zijn zij de leerlingen die op de markt voedsel hebben gekocht en nog geen weet hebben van de diepere betekenis van wat zij in handen hebben? En moet Jezus straks ook tegen hen zeggen: ‘Ik heb een spijs te eten die jullie nog niet kennen. Namelijk de wil te doen van de Vader. Liefde aanboren in de harten van ieder die Ik tegenkom. Ook in jouw hart dus… En ik vraag jou om met anderen te doen, wat ik doe met jou.’

[ca 1960, sculptuur. Duitsland, Schöppingen, St-Brictius. Dries van den Akker s.j. / 2011.02.20]

Verwijzingen
Johannes 04,05-44: Jaar A veertigdagentijd 03e zo
Veertigdagentijd 03e week [elke gewenste dag]
Feest 20 mrt 0100: Fotina de Samaritaanse

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties