× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Notre Dame de la Houssaye
(O.L.V. van het Struikgewas)
Pontivy, Frankrijk

Deze kapel ligt aan de rand van de Bretonse plaats Pontivy (Morbihan, 56).

Lijdensaltaar
Tegen de achterwand bevindt zich een altaarretabel waar in steenreliëf dertien scènes zijn weergegeven uit Jezus' lijdens- en opstandingsverhalen. Het werd er in 1516 geplaatst en was een schenking van de plaatselijke kasteelheer en zijn vrouw, Jean en Marie de Rohan. Deskundigen menen dat het afkomstig is uit een atelier in Amiens.

Taferelen
Het altaar telt dertien taferelen. Centraal staat Jezus' kruisdood. Links en rechts daarvan zien we zes taferelen, opgebouwd in twee lagen onder elkaar van telkens drie scènes. Wij steeds op volgende manier te werk:
Bij elk tafereel geven wij de bijbehorende bijbelpassage (Willibrordvertaling 1975) plus een meditatie bij de afbeelding. Bij Gethsemani en de Doornenkroning komt er een tweede beeldmeditatie bij.
In de meditaties wordt aandacht besteed aan de manier waarop de kunstenaar de bijbelverhalen weergeeft.
Op voorhand constateren we dat hij een zeer persoonlijk stempel drukt op de interpretatie van de teksten. Hier en daar heeft hij zelfs een uiterst originele visie. Wij kijken en luisteren naar zijn uitleg van de evangelieverhalen. En proberen er - naar het woord van Ignatius van Loyola - er voor onszelf voordeel uit te halen. En we bidden dat we Jezus zo steeds beter leren kennen, steeds meer beminnen en Hem van steeds meer nabij willen volgen.

--- Links boven, van links naar rechts ---

Tafereel 1 Gethsemani: Jezus bidt in doodsangst in de Hof van Olijven

Markus 14,32-37
Jezus' gebed in Gethsemani dat de beker aan hem voorbij mag gaan, terwijl de drie meegenomen leerlingen slapen, vinden we wel bij de synoptische evangelies (Matteus, Markus en Lukas), maar in die vorm niet bij Johannes. Markus schrijft:
Zij kwamen nu aan een landgoed dat Getsemane heette. Daar zei Hij tot zijn leerlingen: "Blijf hier zitten, terwijl ik bid." Hij nam Petrus, Jakobus en Johannes met zich mee. En begon zich ontsteld en beangst te voelen. Hij sprak tot hen: "Ik ben bedroefd tot stervens toe. Blijft hier en waakt." Nadat Hij een weinig verder was gegaan, wierp Hij zich ter aarde en bad dat dit uur, als het mogelijk was, aan Hem mocht voorbijgaan. "Abba, Vader," zo bad Hij "voor u is alles mogelijk; laat deze beker mij voorbijgaan. Maar toch: niet wat Ik, maar wat Gij wilt." Toen ging Hij terug en vond hen in slaap.
Op alle dertien taferelen van het lijdensaltaar is Jezus consequent in gouden kleding afgebeeld. Zelfs de lendendoek die Hij draagt bij de geseling en bij de kruisiging is goud van kleur. Hoewel vriend en vijand op de dertien taferelen veel goudkleurige kledingstukken aanhebben, lijkt het erop dat de goudkleurige ondergewaden zijn voorbehouden aan Jezus' leerlingen. Wellicht een manier om te laten zien dat je bij Hem hoort, juist zoals dat werkte met de kleuren van een ridder en tegenwoordig met de kleuren van een sportclub.
Meditatie 1  Meditatie 2

Tafereel 2 Judaskus: Verraad van Judas en Jezus' gevangenneming

Lukas 22,47-51
Dat Judas Jezus verraadt met een kus vinden we wel bij de synoptici (Matteus, Markus en Lukas), maar niet bij Johannes. Alle vier de evangelisten vertellen dat een van de overvallers gewond raakt aan zijn oor; Lukas en Johannes vermelden uitdrukkelijk dat het zijn rechteroor is (zie daarentegen de afbeelding!). Johannes is de enige die ook de naam van het slachtoffer noemt: Malchus.
Lukas schrijft: Hij was nog niet uitgesproken, of daar kwam een troep, voorafgegaan door een van de twaalf, Judas. Deze trad op Jezus toe om Hem te kussen. Maar Jezus zei tot hem: "Judas, verraadt ge de Mensenzoon met een kus?" Toen zij die om Hem heen stonden, bemerkten wat er ging gebeuren, vroegen ze: "Heer, zullen we met het zwaard erop in slaan?" En een van hen gaf de knecht van de hogepriester een slag en hieuw hem het rechteroor af. Maar Jezus greep in en zei: "Laat het hierbij." En Hij raakte het oor aan en genas hem.   Meditatie 3

Tafereel 3 Doornenkroning: Jezus bespot en getooid met een doornenkroon

Markus 15,16-17
De doornenkroning wordt wel door Matteus, Markus en Johannes vermeld; niet door Lukas. Deze laatste is weer de enige die Jezus' bezoek aan Herodes geeft, maar dat beeldt de kunstenaar niet af. Markus schrijft:
Nu brachten de soldaten Hem het paleis binnen, dat wil zeggen het pretorium, en riepen de hele afdeling bij elkaar. Zij hingen Hem een purperen kleed om, vlochten een doornenkroon en zetten Hem die op.
Meditatie 4  Meditatie 5

--- Links beneden, van links naar rechts ---

Tafereel 4 Jezus wordt gegeseld

Matteus 27,26
Dat Jezus gegeseld wordt vinden we met zoveel woorden terug bij Matteus, Markus en Johannes. Lukas zegt alleen dat Pilatus van plan is Hem een tuchtiging toe te dienen. Of het ook zo ver gekomen is, zegt hij niet. Matteus schrijft kortweg:
Daarop liet hij omwille van hen Barabbas vrij, maar Jezus liet hij geselen..
Meditatie 6

Tafereel 5 Jezus voor Pilatus

Matteus 27,22-24
Dat Pilatus zijn handen wast in onschuld, vinden we alleen bij Matteus.
Pilatus vroeg hun: "Wat zal ik dan doen met Jezus, die Christus genoemd wordt?" Zij riepen allen: "Aan het kruis met Hem!" Hij hernam: "Wat voor kwaad heeft Hij dan gedaan?" Maar zij schreeuwden nog harder: "Aan het kruis met Hem!" Toen Pilatus zag dat hij niets verder kwam, maar dat er veeleer tumult ontstond, liet hij water brengen en waste ten overstaan van het volk zijn handen, terwijl hij verklaarde: "Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtschapen man; gij moet het zelf maar verantwoorden."
Meditatie 7

Tafereel 6 Kruisdraging: Jezus draagt zijn kruis naar Golgotha, geholpen door zijn moeder

Lukas 23,26-27
Dat Jezus zelf zijn kruis draagt, staat met zoveel woorden eigenlijk alleen bij Johannes. De synoptici vertellen dat Simon van Cyrene wordt gedwongen het kruis te dragen. Lukas preciseert dat hij het achter Jezus aan draagt. Lukas schrijft:
'Toen zij Hem wegvoerden, hielden zij een zekere Simon aan, een man uit Cyrene, die van het veld kwam: hem belaadden ze met het kruis om achter Jezus aan te dragen. Een grote volksmenigte volgde Hem, ook vrouwen die zich op de borst sloegen en over Hem weeklaagden.'
Meditatie 8

--- Centraal ---

Tafereel 7 Jezus kruisdood

Lukas 23,33-49
Het valt op dat de kunstenaar zich niet houdt aan één evangelie, maar dat hij ze alle vier door elkaar gebruikt. Bij elke afbeelding zullen we vermelden wie van de vier evangelisten dit tafereel beschrijven, en op welke manier.
Jezus' dood aan het kruis vinden we bij alle vier de evangelisten, al wijken ze ook daar op een aantal details van elkaar af.
Op onze afbeeldingen zijn de vrouwen steeds prominent aanwezig. Matteus noemt bij de kruisiging Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus en Jozef, en Maria, de moeder van de zonen van Zebedeus (Johannes en Jacobus).
Markus noemt Maria Magdalena, Maria, de moeder van Jakobus de Jongere en van Jozes, en Salome. (Is deze laatste dus de moeder van Zebedeus' zonen?).
Lukas zegt alleen maar dat de vrouwen die Jezus vanuit Galilea gevolgd waren, op een afstand stonden toe te zien. Hij noemt geen namen.
Johannes geeft aan dat onder het kruis stonden: Jezus' moeder, de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas en Maria Magdalena.
Hij is de enige die de aanwezigheid vermeldt van de leerling die door Jezus werd bemind, en dat Jezus hem de zorg voor zijn moeder toevertrouwt. In de traditie gaat men ervan uit dat hij Johannes zelf is. De kunstenaar plaatst hem op de afbeeldingen van de kruisdraging, de kruisiging en de kruisafname steeds heel dichtbij Maria. Hij is herkenbaar aan zijn jeugdig uiterlijk en zijn rode mantel.
Johannes schrijft:
Toen zij op de plaats kwamen die Schedel heet, sloegen zij Hem daar aan het kruis, en zo ook de misdadigers, de een rechts, de ander links. En Jezus zeide: "Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen." Ook een van de misdadigers die daar hingen, hoonde Hem: "Zijt Gij niet de Messias? Red dan uzelf en ons." Maar de andere strafte hem af en zei: "Heb zelfs jij geen vrees voor God, terwijl je toch hetzelfde vonnis ondergaat? En wij terecht, want wij krijgen wat we door onze daden verdiend hebben; maar Hij heeft niets verkeerds gedaan." Daarop zei hij: "Jezus, denk aan mij, wanneer Gij in uw Koninkrijk gekomen zijt." En Jezus sprak tot hem: "Voorwaar, Ik zeg u: Vandaag nog zult gij met Mij zijn in het paradijs." Het was nu omtrent het zesde uur; er viel duisternis over heel de streek tot aan het negende uur toe, doordat de zon geen licht meer gaf. Het voorhangsel van de tempel scheurde middendoor. Toen riep Jezus met luider stem: "Vader, in uw handen beveel Ik mijn geest." Nadat Hij dit gezegd had, gaf Hij de geest. Op het zien van wat er gebeurd was, loofde de honderdman God en zei: "Deze mens was waarlijk een rechtvaardige." Al het volk dat voor dat schouwspel samengestroomd was, keerde terug toen zij aanschouwd hadden wat er gebeurd was, en sloegen zich op de borst. Al zijn bekenden, ook de vrouwen, die Hem van Galilea gevolgd waren, stonden op een afstand toe te zien.
Meditatie 9

--- Rechts boven, van links naar rechts ---

Tafereel 8 Kruisafname: de overleden Jezus wordt van het kruis afgehaald

Johannes 19,38
Van de kruisafname door Jozef van Arimatea horen we bij alle vier de evangelisten.
Johannes schrijft:
Daarna vroeg Jozef van Arimatea, die een leerling was van Jezus, maar in het geheim uit vrees voor de Joden, aan Pilatus het lichaam van Jezus te mogen wegnemen. Toen Pilatus dit had toegestaan, ging hij dus heen en nam het lichaam weg.
Meditatie 10

Tafereel 9 Graflegging; Jezus' lijk wordt in een graf neergelegd

Lukas 23,53-56
Ook Jezus' begrafenis vinden we in alle vier de evangelies. Johannes vermeldt in dat verband als enige de naam van Nicodemus. Op de afbeelding zien we daar drie vrouwen bij. Matteus noemt alleen Maria Magdalena en de andere Maria; Markus geeft Maria Magdalena en Maria, de moeder van Jozes; Lukas vermeldt de aanwezigheid van 'de vrouwen die uit Galilea met Jezus meegekomen waren'; Johannes vermeldt ze in dit verband niet. Lukas schrijft:
Na het van het kruis genomen te hebben, wikkelde hij het in een lijkwade. Vervolgens legde hij Hem in een graf, dat in een steen was uitgehouwen en waarin nog nooit iemand was neergelegd. Het was Voorbereidingsdag en de sabbat brak aan. De vrouwen, die uit Galilea met Hem meegekomen waren, volgden en bekeken het graf en zagen toe hoe zijn lichaam werd neergelegd. Teruggekeerd maakten ze welriekende kruiden en balsem klaar, maar op de sabbat namen ze de voorgeschreven rust in acht.
Meditatie 11

Tafereel 10 Opstanding. Jezus staat op (verrijst) uit de dood

Matteus 27,62-28,4
Het feit van Jezus' opstanding wordt in geen van de vier evangelies als verhaal weergegeven. We krijgen steeds achteraf te horen dat het gebeurd is. Matteus schrijft:
De volgende dag, dat is dus na de voorbereidingsdag, gingen de hogepriesters en Farizeeën gezamenlijk naar Pilatus en zeiden: "Heer, wij herinneren ons, dat de bedrieger, toen Hij nog leefde, gezegd heeft: 'Na drie dagen zal Ik verrijzen.' Geef daarom order de veiligheid van het graf te verzekeren, tot de derde dag toe; zijn leerlingen mochten Hem anders eens komen stelen, en aan het volk zeggen: 'Hij is van de doden verrezen.' Dit laatste bedrog zou nog erger zijn dan het eerste." Pilatus zei hun: "Ge kunt een wacht krijgen. Neemt dan maar uw veiligheidsmaatregelen zoals gij gedacht hebt." Zij gingen heen en verzekerden de veiligheid van het graf door de steen te verzegelen en de wacht er bij te plaatsen. Na de sabbat, bij het aanbreken van de eerste dag der week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria naar het graf kijken. Plotseling ontstond er een hevige aardbeving en een engel van de Heer daalde uit de hemel, kwam naderbij, rolde de steen weg en zette zich daarop neer. Hij straalde als een bliksemschicht en zijn kleed was wit als sneeuw. De bewakers begonnen van schrik voor hem te beven en het leven scheen uit hen geweken.
Meditatie 12

--- Rechts beneden, van links naar rechts ---

Tafereel 11 Nederdaling ter helle: Jezus bevrijdt die vóór Hem gestorven zijn uit de onderwereld

Matteus 27,52-53
Strikt genomen wordt het verhaal van Jezus' nederdaling ter helle in geen van de vier evangelies vermeld. Het is ontleend aan het zogeheten 'evangelie van Nicodemus', een apocrief geschrift uit de 3e of 4e eeuw. Toch menen we bij Matteus een glimp van dit verhaal terug te horen.
De afbeelding die de kunstenaar ervan maakt met de opengesperde muil van de onderwereld en duivelsgestalten, is uitzonderlijk, omdat hij op de andere taferelen nergens onzichtbare mysteries afbeeldt (of het moest Jezus' opstanding en hemelvaart zijn). Nergens wordt bijvoorbeeld God de Vader afgebeeld, of een engel. Terwijl dat toch in zijn tijd, het begin van de 16e eeuw, volkomen gebruikelijk was. Bij Matteus lezen we:
De graven gingen open en de lichamen van vele heilige mensen die ontslapen waren, stonden op. Na zijn verrijzenis kwamen zij uit de graven en gingen naar de heilige stad waar zij aan velen verschenen.
Meditatie 13

Tafereel 12 Ontmoeting met Maria Magdalena

Johannes 20,11-17
De ontmoeting tussen Jezus en Maria Magdalena wordt alleen door Johannes verteld.
Maria stond buiten bij het graf te schreien. En al schreiend boog zij zich naar het graf toe en zag op de plaats waar Jezus ' lichaam gelegen had, twee in het wit geklede engelen zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde. Zij spraken haar aan: 'Vrouwe, waarom schreit ge?' Zij antwoordde: 'Zij hebben mijn Heer weggenomen en ik weet niet waar zij Hem hebben neergelegd.' Toen zij dit gezegd had, keerde zij zich om en zag Jezus staan, maar zonder te weten dat het Jezus was. Jezus zei tot haar: 'Vrouw, waarom schreit ge? Wie zoekt ge?' In de mening dat het de tuinman was, vroeg zij: 'Heer, mocht gij Hem hebben weggenomen, zeg mij dan waar ge Hem hebt neergelegd, zodat ik Hem kan weghalen.' Daarop zei Jezus tot haar: 'Maria!' Zij keerde zich om en zei tot Hem in het Hebreeuws: "Rabboeni!" - wat leraar betekent. Toen sprak Jezus: "Houd mij niet vast, want Ik ben nog niet opgestegen naar mijn Vader, maar ga naar mijn broeders en zeg hun: 'Ik stijg op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.'"
Meditatie 14

Tafereel 13 Jezus' hemelvaart voor het oog van zijn leerlingen en zijn moeder

Handelingen van de Apostelen 1,6-11
Jezus' hemelvaart vinden we alleen bij Lukas; zowel aan het eind van zijn evangelie als aan het begin van het boek Handelingen der Apostelen.
Terwijl Hij met hen at, beval Hij hun Jeruzalem niet te verlaten maar de belofte van de Vader af te wachten, "die gij van Mij vernomen hebt: Johannes doopte met water, maar gij zult over enkele dagen gedoopt worden met de heilige Geest." Toen zij eens bijeengekomen waren stelden zij Hem de vraag: "Heer, gaat Gij in deze tijd voor Israel het koninkrijk herstellen?" Maar hij gaf hun ten antwoord: "Het komt u niet toe dag en uur te kennen, die de Vader in zijn macht heeft vastgesteld. Maar gij zult kracht ontvangen van de heilige Geest die over u komt, om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in geheel Judea en Samaria en tot het uiteinde der aarde." Na deze woorden werd Hij ten aanschouwen van hen omhooggeheven en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. Terwijl zij Hem bij zijn hemelvaart gespannen nastaarden, stonden opeens twee mannen in witte gewaden bij hen, die zeiden: "Mannen van Galilea, wat staat ge naar de hemel te kijken? Deze Jezus die van u is weggenomen naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkeren als gij Hem naar de hemel hebt zien gaan."
Meditatie 15

Dries van den Akker s.j.
De foto's werden gemaakt door Ger Post, Toos Pranger en de schrijver zelf.

© A. van den Akker s.j.

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties