×
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
De kunstenaar heeft bij de compositie van zijn afbeelding gebruik gemaakt van de indeling van het venster. De drie spijlen verdelen het oppervlak in vier stroken. In de tweede strook van links heeft hij Johannes de Doper opgesteld. Deze staat op een rotsachtig verhoog. Hij gaat gekleed in een bruinkleurig gewaad. Zijn opgeheven rechterhand geeft aan dat hij midden in een betoog zit. In zijn linkerhand heeft hij een staf met daaraan een spreuklint, waarop te lezen staat: ‘Zie, het Lam Gods.’ Zijn oog lijkt gericht op de drie mannen in de meest rechtse strook. De voorste is te oordelen naar zijn hoofdbedekking een Farizeeër. Opvallend is dat er ook een donkerkleurige man bij staat.
Tussen hen en Johannes zijn vrouwen gezeten; de meest rechtse van deze groep is echter weer een man. Zo te zien luisteren zij allen aandachtig naar Johannes’ woorden. In de meest linkse strook staat op de voorgrond een vrouw met de rug naar ons toe. Boven haar uit rijst de gestalte van Jezus, herkenbaar aan zijn typische gelaatstrekken en zijn kruisnimbus. Hij is gekleed in een rood ondergewaad, kleur van de liefde en de aarde. Daar overheen een blauw bovengewaad, kleur van de hemel. Ook Hij luistert naar Johannes, net als alle anderen. Niemand schijnt op Hem te letten. Zo gezien zou dit op zich al een illustratie kunnen zijn bij Johannes’ woorden: ‘Midden onder u staat Hij die Gij niet kent’ (Johannes 01,26).
Maar de kunstenaar heeft deze afbeelding gemaakt bij een ander woord van Johannes. Het staat te lezen op de tekstrol onder het raam: ‘Post me venit vir qui ante me factus est quia prior me erat’ (‘Achter mij komt een man die vóór mij is, want Hij was eerder dan ik’: weliswaar staat er bij dat het zou gaan om Johannes 01,23, maar dat is een vergissing: het betreft Johannes 01,30).
Heel consequent heeft de kunstenaar dan ook Jezus achter Johannes afgebeeld. Nu valt ons op dat Jezus ook iets hoger oprijst dan Johannes, al is het maar heel miniem. Hij kijkt neer op het tafereel daar vóór zich. Zoals Zacharias in zijn lofzang zong: ‘Geprezen zij de Heer, Israëls God, want Hij zag neer op zijn volk en verloste het’ (Lukas 01,68). Met Johannes’ prediking is die verlossing op gang gebracht. Jezus zal pas naar voren treden en Johannes’ plaats innemen, als deze is gearresteerd en zijn stem tot zwijgen is gebracht. Nu houdt Hij zich nog op de achtergrond. Of - zoals ons spraakgebruik het zegt: Hij staat achter Johannes’ prediking.
Ik ben onder de indruk van Jezus’ houding. Hij sluit aan bij wat anderen doen. Hij maakt gebruik van andermans inzet. Gunt de anderen hún aandeel in het verlossingswerk.
Ik keer in tot mijzelf en vraag mij af: ‘Welk aandeel heb ik in het verlossingswerk? Van welke activiteiten en bezigheden mag ik geloven dat Jezus er achter staat, en er met instemming op neerziet?’
[ca 1900, glasschilderkunst. Frankrijk, Bretagne, Dinan, StMalo. Dries van den Akker s.j./2012.11.26]
Verwijzingen
Matteus 03,01-12: Jaar A Advent 02e zo
Markus 01,02-08: Jaar B Advent 02e zo
Lukas 03,01-18: Jaar C Advent 02e zo; Jaar C Advent 03e zo
Johannes 01,26-30: Jaar B Advent 03e zo
Kersttijd 03 januari
Feest 24 jun 0030 Johannes-Doper
*
Lukas 01,68:-
Advent 24 december
© A. van den Akker s.j. / A.W. Gerritsen
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018