×
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
We zien een gravure uit het einde van de zeventiende eeuw.
Jezus is met zijn leerlingen in de bovenzaal, die nauwkeurig is afgebeeld zoals Marcus en Lukas beschrijven; “…Hij zal u een grote bovenzaal laten zien met rustbedden en van al het nodige voorzien…” Het luik aan de linkerkant staat open. Geuren en geluiden kunnen binnenkomen. Er wordt immers overal Paasmaal gevierd.
De leerlingen, nog 12 in getal, hangen half liggend op het rustbed, rondom Jezus. Op de tafel staat een beker, vermoedelijk met wijn, en links en rechts bij de hoeken van het rustbed staan kruiken, vermoedelijk met water. Aller ogen zijn op Jezus gericht. Jezus heft zijn ogen ten hemel. In zijn linker hand heeft hij het brood. Zijn rechter hand wijst in de richting van de leerling(en) rechts van hem. We menen daar Johannes te zien, onmiddellijk rechts van Jezus en naast hem Petrus met zijn karakteristieke haardracht en baard. Alle leerlingen luisteren aandachtig naar Jezus ’woorden, sommigen met de hand aan de baard. Uit alles blijkt dat Jezus iets bijzonders te zeggen heeft.
Bidt hij voor zijn leerlingen, wijzend op hen?…”Ik bid voor hen. Niet voor de wereld bid Ik, maar voor hen die Gij Mij gegeven hebt. Ik blijf niet langer in de wereld. Zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toekom. Heilige Vader, bewaar in Uw naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn zoals Wij…”
Of zegt Jezus hier: …”Een van jullie zal Mij overleveren…”? We zien Petrus die zijn hand legt op Johannes’ schouder. Fluistert hij Johannes in om Jezus te vragen: “Heer, wie is het?”
Of heeft de graveur het moment afgebeeld waarop Jezus de ogen ten hemel richt, een dankgebed spreekt, en daarna het brood zal breken en aan hen geven, terwijl Hij zegt; “Dit is mijn Lichaam voor jullie. Doe dit tot gedachtenis aan Mij….”
Brood…Jezus zelf…gebroken en uitgedeeld aan de leerlingen, en via hen (en jou?...en mij?) uitgedeeld aan velen (en jou… en mij…), door de eeuwen heen, tot nu toe…
De leerlingen zijn verbijsterd. Zij herinneren zich Mozes, die vanuit de brandende doornstruik te horen kreeg : Mijn naam is Jahweh, Ik ben er voor jou…In Jezus horen zij die belofte concreet worden, …”mijn lichaam voor jou…” En zoals Mozes daar bij die doornstruik geroepen werd, zo worden ook de leerlingen geroepen: …Doe dit tot gedachtenis aan Mij…”. Wat zal er in hun omgaan?
Wat gaat er in mij om als ik mij realiseer dat ook ik een plaats heb in dit heilsplan van God?
Het valt ons nu op dat van alle leerlingen die aan de voor ons zichtbare kant van het bed liggen de blote voeten onder hun kleed uitkomen. Die blote voeten wijzen er op dat zij de weg van God gaan. Maar van de leerling geheel aan de rechter zijde zijn de blote voeten niet zichtbaar. Zijn houding en gezichtsuitdrukking zijn ook heel anders dan van de anderen. Star, bozig, verkrampt, afwijzend. Het moet Judas zijn, die zo dadelijk het tafereel zal verlaten om Jezus te verraden…
Ik laat de sfeer op mij inwerken.
Heb ik ook een plaats hier in de bovenzaal?
[1733, gravure; Nederland, Amsterdam, Urbi & Orbi, 1949. Anneke van der Werff-Verbraak / 2013.03.19]
Verwijzingen
Matteus 26,17-19.26-29: Jaar A Palmzondag
Markus 14,12-16.22-26: Jaar B Palmzondag & Sacramentsdag
Lukas 22,07-13.19-20: Jaar C Palmzondag
Johannes 14,01-02: Jaar A + B + C Witte Donderdag (avondmis)
© Anneke van der Werff-Verbraak
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018