× 
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.

Sluit het venster om te blijven.

welkom menu contact zoeken
KalenderOude testamentNieuwe testamentHeiligenKerkenAnders...
 Pater Dries van den Akker s.j., de auteur van verreweg de meeste meditaties, overleed 30 oktober 2022
Visvangst (1860)   Verwijzingen

Klik op de pijl om de meditatie te beluisteren...  ...speel bestand af...

 

De kunstenaar kijkt van achter Jezus’ rug naar een bootje met vier van zijn leerlingen. Ze liggen stil, want het zeil is gestreken. De achterste twee slepen een net aan boord; er verschijnt juist één vis aan de oppervlakte.
De voorste staat op de rand van de boot, terwijl de leerling achter hem een beweging in zijn richting maakt. Uit het verhaal kunnen we opmaken dat Petrus op het punt staat in het water te springen om sneller dan de boot bij Jezus te zijn. Jammer dat de kunstenaar niet heeft uitgebeeld hoe Petrus druipend bij Jezus aankomt… De leerling achter hem moet wel Johannes zijn. Die heeft net tegen hem gezegd: ‘Het is de Heer.’ Johannes herkende de Heer aan het feit dat het net plotseling vol vis zat.
De man op de oever had gezegd dat ze het aan de rechterkant van de boot moesten proberen.
We merken op dat de kunstenaar het net links van de boot heeft getekend. Het net zat plotseling zo vol vis, dat ze het niet eens aan boord konden trekken. Johannes heeft blijkbaar aan dat ene visje voldoende om te merken dat er nog vele vissen onder de oppervlakte in het net zaten. En dat, terwijl ze de hele nacht hadden gevist en niets gevangen.
Merkwaardig eigenlijk. Als ze straks aan land komen, zal blijken dat Jezus al een vis heeft klaar gemaakt, geroosterd op een vuur. We zien het op de voorgrond van de afbeelding. Een visje op een houtvuurtje. Als Hij al een vis klaar had, waarom moest Hij dan nog om vis vragen?
Bovendien, op de afbeelding zien we vier man in de boot; in het verhaal is er sprake van dat ze met zeven man zijn; plus Jezus is acht. Moeten die allemaal met dat ene visje toe? Of wordt het straks weer net zo’n wonderbare visvermenigvuldiging als destijds? Of leggen zij dadelijk hun vangst bij dat ene visje van Jezus? Of heb je maar heel weinig van Jezus’ voedsel nodig om volledig verzadigd te worden? Juist zoals we in de eucharistieviering slechts een heel klein stukje brood krijgen, en soms een nipje wijn, om toch geheel van Hem vervuld te raken?
Bijzonder verhaal. Het vertelt ons dat Jezus overal voor zorgt. Voor het vangen van vissen. En voor de maaltijd aan het ontbijt. Zonder Hem zou er niets geweest zijn. ’Wie Mij ziet,’ zo heeft Hij eerder gezegd, ‘ziet de Vader.’
We zien een zorgzame God. Die met ons begaan is. En ons op komt zoeken, met name als het tegen zit. Hij voorziet in wat wij verlangen en nodig hebben. Of moeten we zeggen: áls het leven ons iets te bieden heeft, zouden we daarin zijn zorgzame aanwezigheid moeten onderkennen.

Ik keer in mijzelf en vraag mij af, hoe vaak, op welke momenten en in welke personen God mij dan - zonder dat ik het op het moment zelf wellicht in de gaten had - heeft opgezocht.

[ca 1860, gebakken tegel; Nederland, Goes, Museum. Dries van den Akker s.j./2014.04.23]

Verwijzingen
Johannes 21,01-14: Jaar C Pasen 03e zo
Paasweek vr

© A. van den Akker s.j.
Deze pagina is het laatst gewijzigd op 4 mei 2018

Over beeldmeditaties Voorbereiding
Inrichting website Leeswijzer
Auteurs / Afb. Alle 435 meditaties