×
Klik in dit venster
op: http://heiligen.net
om naar die site over te stappen.
Sluit het venster om te blijven.
In de drie vensters achter in het koor van het middenschip bevinden zich drie ramen die gelijkenissen (parabels, voorbeeldverhalen) van Jezus uitbeelden.
Als beeldprogramma in de kunstgeschiedenis volstrekt uniek.
Het meest rechtse venster van de drie heeft in de kerk nr 11 meegekregen.
Van onder naar boven onderscheiden we drie verhalen:
. De arme Lazarus en de rijke vrek
[Lukas 16,19-31]
. Het bruiloftsmaal (of De Onwillige Genodigden)
[Matteus 22,1-14][Lukas 14,16-24]
. Het onkruid tussen de tarwe
[Matteus 13,24-30]
Het raam laat zich van onder naar boven lezen:
Onder
De arme Lazarus, slechts gekleed in lendendoek met een reisstaf en een veldfles. Hij houdt zijn hand op als een bedelaar. Honden komen zijn zweren likken.
Op één na van onder
Vier personen doen zich te goed aan een tafel. Op de achtergrond een man en een vrouw, dicht tegen elkaar aan; op de voorgrond kijken twee gasten achterom naar Lazarus zonder hem te hulp te schieten; de linker houdt een gouden kelk vast.
Op één na van boven
De rijke, op zijn rug uitgestrekt in een vuur. Zijn gezicht is rood aangelopen en vertrokken van pijn. Nu is hij gekleed in een lendendoek.
Opvallend: Vader Abraham komt niet op de afbeelding voor.
Meditatie: ‘Lazarus en de Rijke’
Jezus vervolgde:
‘Iemand wilde een groot feestmaal geven en nodigde tal van gasten uit. Toen het tijd was voor het feestmaal, stuurde hij zijn dienaar naar de genodigden om tegen hen te zeggen: “Kom, want alles is klaar.” Maar een voor een begonnen ze zich te verontschuldigen. De eerste zei: “Ik heb net een akker gekocht, die ik beslist moet gaan bekijken. Tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” En een ander zei: “Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga ze keuren; tot mijn spijt kan ik de uitnodiging niet aannemen.” Weer een ander zei: “Ik ben pas getrouwd en daarom kan ik niet komen.”
Toen de dienaar teruggekomen was, bracht hij zijn heer verslag uit. De heer des huizes ontstak in woede en zei tegen zijn dienaar: “Ga vlug de stad in en breng uit de straten en stegen de armen en kreupelen en blinden en verlamden hierheen.”
Toen de dienaar hem kwam melden: “Heer, wat u hebt opgedragen is gebeurd, en nog is er plaats,” zei de heer tegen hem: “Ga naar de wegen en de akkers buiten de stad en nodig iedereen met klem uit, want mijn huis moet vol zijn.
Ik zeg jullie: niemand van degenen die eerst uitgenodigd waren, zal van mijn feestmaal proeven.”’
[Lukas 14,16-24]
De kunstenaar legt de nadruk op de tafel, voorzien van spijzen op een rood tafellaken. En op de ongewone gasten. We zien mensen met een kruk of een ooglap; anderen eten gulzig van de spijzen. De heer zit aan het hoofd van de tafel en heft het glas en zegent de aanwezigen met zijn rechterhand.
Achter hem in de verte: mensen die toekijken. De oorspronkelijke genodigden? Die nu moeten toezien hoe het feestmaal aan hun neus voorbijgaat?
Hij hield hun een andere gelijkenis voor:
‘Het is met het koninkrijk van de hemel als met een mens die goed zaad op zijn akker uitzaaide. Terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand onkruid tussen het graan zaaien en vertrok weer.
Toen het jonge gewas opschoot en vrucht begon te dragen, kwam ook het onkruid te voorschijn. De knechten kwamen de heer des huizes vragen: “Heer, hebt u soms geen goed zaad op uw akker gezaaid? Waar komt dat onkruid dan vandaan?”
Hij antwoordde: “Dat is het werk van een vijand.”
De knechten zeiden tegen hem: “Wilt u dat wij er het onkruid tussenuit wieden?”
Hij antwoordde: “Nee, want dan zouden jullie met het onkruid ook het graan lostrekken. Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: ‘Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het. Breng dan het graan bijeen in mijn schuur.’ ”’
[Matteus 13,24-30]
Bovenaan links gaan de landarbeiders er met zeisen op uit om de oogst binnen te halen. In het midden worden volle schoven goudgeel graan bij elkaar gebonden en weggebracht. Op de voorgrond wordt het onkruid aangedragen, bijeen geharkt en in het vuur verbrand.
Meditatie: ‘Gelijkenis Onkruid tussen de Tarwe’
© A. van den Akker s.j.